Wandelroute

Met de Witte door Zichem

Met de Witte door Zichem

Zichem

Deze wandeling voert door het GROENE DEMERLAND rond Zichem. Het is het landschap waar de beroemde deugniet DE WITTE allerlei fratsen uithaalde. In zijn avontuurlijke spoor kunnen kinderen vandaag Zichem ontdekken. Maar ook volwassenen worden er teruggevoerd naar een vergeten tijd, die ERNEST CLAES beschreef in zijn streekroman De Witte.

Afstand 3,0 km
Duur 1,0 uur
Vertrekpunt Knooppunt 246, bij het NMBS-station Zichem
PARKING Parking NMBS-station Zichem
OPENBAAR VERVOER NMBS-station Zichem
Knooppunten Apart bewegwijzerd: volg symbooltje van De Witte
Aard van de weg Mogelijk met kinder- en rolwagen
Facebook LinkedIn WhatsApp
PDF
GPX
Honger of dorst tijdens je tocht? Maak dan een tussenstop bij één van de lokale ondernemers die een Merodelabel dragen. Zij kregen dit label omdat ze zich met hun product of dienst verbinden aan landschapspark de Merode en de perfecte ambassadeurs zijn van dit prachtige gebied!
Alle info vind je hier

De wandeling start aan het station van Zichem. Willen de kinderen graag met De Witte door Zichem zwerven? Dan kan je aan het loket naast het station de gratis brochure ‘Met de Witte door Zichem’ ophalen, met allerlei weetjes en doe-opdrachten op kindermaat. De kinderwandeling volgt hetzelfde traject als deze erfgoedwandeling. 

Pal naast het stationsgebouw aan de Ernest Claesstraat 90 bleef de tramhalte bewaard. Die diende als wachtzaal en magazijn voor de tramlijn Zichem-Turnhout, een traject van 58 kilometer dat werd aangelegd tussen 1892 tot 1900. Naast goederen vervoerde deze tram ook heel wat bedevaarders naar de norbertijnenabdij van Averbode. Het bedevaarttoerisme bloeide zo erg op in het begin van de 20ste eeuw dat er een nieuwe buurt ontstond in Averbode met hotels, restaurants en cafés, een postkantoor, bakkers en een slagerij, een souvenirwinkel… volledig afgestemd op het bedevaarttoerisme. 

Er was niet alleen bedevaarttoerisme naar Averbode. Ook Scherpenheuvel is nog steeds één van de meest bezochte pelgrimsoorden van ons land. Het station van Zichem bestond al in 1865, maar de spoorlijn Leuven – Hasselt kreeg pas dertig jaar later, vanaf 1894, een aftakking naar Scherpenheuvel. Op weg naar de Demer volg je spoorlijn 30 ’t Trainke. Over de bedding van deze spoorlijn spoorden ooit vele bedevaarders naar de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek van Scherpenheuvel. In 1974 werd deze aftakking gesloten en vervolgens opgebroken om in 2007 terug opengesteld te worden als een recreatief pad voor wandelaars en fietsers. Waan je even een echte bedevaarder. Zet je neer in de nagebootste treinwagon van ’t Trainke op de vroegere spoorwegbrug over de Demer en kijk door het raampje. 

Zo merk je vast een imposante toren op: de Maagdentoren van Zichem. Om hem te bezoeken, steek je hier aan knooppunt 208 de Demer over en volg je het water. De toren is dertig meter hoog en heeft een diameter van bijna vijftien meter. De toren is hoogstwaarschijnlijk gebouwd als statussymbool, maar zeker ook ter verdediging van het hertogdom Brabant. Iedereen in de wijde omtrek kan de toren zien staan en omgekeerd kun je vanaf hier de vijand al van ver zien aankomen. Weet je dat de toren doorheen de jaren verschillende functies heeft gehad? Na de verwoestende inname van Zichem door de Spanjaarden in 1578 heeft de toren zijn positie als verdedigingstoren opgegeven en geraakte hij in verval. Hij werd doorheen de eeuwen vervolgens in gebruik genomen als gevangenis, als romantische ruïne en als koeienstal. Dit opvallende monument kreeg in 1962 uiteindelijk de status van bescherming. In 2015 werd hij in al zijn glorie hersteld en onder meer voorzien van een trap naar een uitkijkplatform. Klim tot boven en geniet van het uitzicht over de Demervallei. Wie vindt in het landschap de abdijtoren van Averbode en de koepel van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek van Scherpenheuvel terug? Vanaf de Maagdentoren volg je het pad langs de Demer naar de Markt van Zichem.

Het marktplein van Zichem is een ruime groene ontmoetingsplek. Ook vroeger was het marktplein al groen: het diende als dries, een open stuk gras waar het vee in de wintermaanden en op momenten dat er gevaar dreigde, mocht grazen. In de zomermaanden werden de koeien naar weidegronden buiten de stad gebracht. Rondom de dries stonden houten en lemen boerderijen en huizen. Na de val van Zichem herbouwt men deze huizen in steen op de fundamenten van de middeleeuwse stad. Er ontstaan onder andere brouwerijen, cafés en een tolhuis. Vanaf 1342 werd op deze plaats in de toenmalige stad Zichem een jaarmarkt gehouden die wel acht dagen duurde. De bezoekers verdeelden hun tijd tussen het kopen en verkopen van vee en feestvieren!

Het Tolhuis of ook genoemd afspanning ‘Het Witte paard’, huisnummer 2 op de Markt, is gebouwd in 1617 en het oudste nog bestaande gebouw. De tol die schippers moesten betalen voor het vervoeren van goederen langs de drukbevaren Demer was een belangrijke bron van inkosten voor de stad Zichem. De afspanning was tevens het gildehuis van de Zichemse scheepstrekkers. Die trokken met koorden de schepen voort over de Demer. In de gevel zijn kanonkogels gemetseld als herinnering aan de verwoesting die de Spaanse troepen aanrichtten in 1578 tijdens de Tachtigjarige Oorlog.

Vanaf het marktplein wandel je naar de Sint–Eustachiuskerk. De kerk is volledig opgetrokken in ijzerzandsteen. Als de deuren geopend zijn, is een bezoekje zeker aan te raden. De geelkoperen doopvont is één van de grootste kunstschatten van de kerk. Ze is nog in oorspronkelijke staat en werd vervaardigd door koperslager Nicolaas Coopmans. Alleen het deksel werd helaas tijdens de Spaanse inval in 1578 gestolen. Nog waardevoller is het glasraam van het hoogkoor. Dit raam is in België het oudst geschilderde brandglasraam dat nog in een kerk wordt bewaard. Het werd geschonken door Reinier II van Schoonvorst bij de afwerking van het koor in 1387. Als de kerk gesloten is, kan je ook van de kerkschatten genieten via het grote kerkboek met foto’s van het interieur van de kerk dat vlak voor de kerk staat. 

De poort waar je nu voor staat behoort tot het vroegere Onze-lieve-Vrouw in d’Elze of Elzenklooster. In 1370 stond het vermeld als een begijnhof maar honderd jaar later, in 1468, besloten de begijnen de kloosterregel van Sint-Franciscus aan te nemen en ze hervormden zich enkele jaren later tot het klooster Onze-Lieve-Vrouw in d’Elze van de reguliere kanunnikessen van Sint-Augustinus. Ze verbleven hier meer dan driehonderd jaar en volgenden de drie geloften: armoede, gehoorzaamheid en kuisheid. Tot de Franse revolutie hen verjoeg en alle goederen openbaar werden verkocht. 

In 1887 werd het klooster omgevormd tot een tapijtfabriek, in de volksmond ‘De Mattenfabriek’ genoemd. De aldaar gefabriceerde tapijten waren van zeer hoge kwaliteit. De rode en groene tapijten van het parlement in Brussel zijn hier nog steeds het duidelijk bewijs van. Naast tapijten maakte de fabriek ook borstels en touwen. Ze bleef actief tot in het derde kwart van de twintigste eeuw. Na decennia van verval werd het complex in 1991 grotendeels gesloopt. Enkel het voormalige poortgebouw met rectorswoning is omgevormd tot een woonhuis.

Na de doorsteek via een nieuw pad, volg je vanaf hier de Demer. Zichem werd groot dankzij de lakenhandel. De bloeiperiode lag in de tweede helft van de 14de eeuw. De wol werd over de Demer aangevoerd, door Zichemse vrouwen tot draad gesponnen en door mannen tot laken geweven. Daarna werden ze in de verdwenen lakenhal verhandeld. Bij verkoop werden de lakens voorzien van een zegel. Zegels uit Zichem zijn teruggevonden in grote Europese steden tot in Sint-Petersburg en Moskou. In de loop van de 15de eeuw verplaatste de lakenhandel zich naar Engeland. De Demer blijft tot aan de opkomst van auto en trein een belangrijke rol spelen voor het vervoer van goederen.

Je passeert nu de oude watermolen de oude watermolen van Zichem. De 18de-eeuwse molen was een onderslagmolen die de stroming op de Demer gebruikte voor het malen van het graan. Bakkers en brouwers maakten hier eeuwenlang gebruik van de expertise van de molenaar. De molen is momenteel afgesloten van de Demer waardoor malen onmogelijk is. Hij is nu in privéhanden en omgevormd tot een huisartsenpraktijk. Het interieur van de molen kan je nog bekijken via de publieke inkomruimte van de praktijk. Ga zeker binnen een kijkje nemen.

Het grasland met de picknickbanken waar je nu doorheen wandelt, noemen we de Hemmekes. De naam is afkomstig van het oude Nederlandse woord ‘ham’, dat knieholte betekent. Dit weidegebied lag in de knieholte of meander van de oude Demer. Op verschillende plaatsen werd de meanderende Demer rechtgetrokken om de schepen meer snelheid te kunnen geven. In de bloeitijd van het vervoer over water, in de eerste helft van de 16de eeuw, telde men hier wel 250 schepen per jaar die met sterke touwen langs de oevers werden voortgetrokken. Na een nieuwe brug over de Demer bereik je opnieuw het station van Zichem.